Voor een voltijd promotie-traject staat in Nederland vier jaar. Doorgaans is dit (deels) gefinancierd met overheidssubsidie (uit Nederlandse of EU projecten), aangevuld door de instantie waar het promotieonderzoek plaatsvindt – meestal een Universiteit.
De Vereniging van Nederlandse Universiteiten (VSNU) heeft op haar website wat statistieken over de gemiddelde promotieduur, uitgesplitst per vakgebied. Dit loopt uiteen van 55 tot 65 maanden, het gemiddelde ligt op bijna 5 jaar. Slechts 7% heeft het in vier jaar af.
Dus er is een discrepantie tussen de vier jaar contractduur, en de uiteindelijke verdediging. Toegeven, in de laatste drie maanden is de commissie bezig met lezen en dan is het meeste werk gedaan. Echter, dit houdt in dat in de praktijk de meeste promovendi na het aflopen van hun contract (dus na vier jaar) nog heel wat werk moeten verrichten. Hoofdzakelijk aan het schrijven van het proefschrift.
Als het contract afloopt, zijn er een aantal opties:
- Vraag verlenging van het contract aan– de universiteit is er bij gebaat dat een promotie afgerond wordt, alleen dan krijgen zij de promotiepremie van 93.000 Euro. De “economische crisis” heeft hier echter zijn weerslag, de Universiteit Twente, anno 2012/2013, verlengt in elk geval niet meer in het kader van bezuinigingen. Ik vraag me af of dit geen valse zuinigheid is, een kleine investering in een paar maanden verlenging zou de kans op afronding kunnen bevorderen, en dus op het verkrijgen van de premie. Echter, beleidsmakers hebben soms de neiging niet zoveel niveaus diep te denken in mijn opinie.
- Ga verder binnen de universiteit – als post-doc of op basis van een andere aanstelling op een ander project. En-passant kan dan de dissertatie afgemaakt worden. Natuurlijk moet er dan wel toevallig een vacature zijn, en moet de universiteit niet net aan het reorganiseren zijn, waardoor er een vacaturestop is.
- Vraag een WW-uitkering aan – na vier jaar werken heb je “recht” op vier WW maanden. De WW werd voorheen vaak gebruikt om deze periode te overbruggen. Met deze vier maanden komt men een heel eind, en de solicitatieplicht die de WW met zich meebrengt is geen probleem: er is toch de intentie om na de promotie met een andere baan verder te gaan. Helaas werkt deze constructie met ingang van 2013 niet meer; de WW regels zijn stricter geworden. Naast je WW uitkering mag je niet werken, en het schrijven van een proefschrift wordt gezien als werken, zelfs als het niet betaald wordt. Als je het werken aan je proefschrift niet opgeeft, wordt dit zelfs gezien als fraude! Zie ook wat Promovendi Netwerk Nederland hierover te zeggen heeft.
- Ga part-time werken – begin alvast aan aan nieuwe baan, en maak het proefschrift part-time of in de avonduren af. Dit werkt niet voor iedereen of binnen ieder vakgebied, veelal is in deze fase erg veel focus nodig die alleen verkregen wordt door lang aaneengesloten te werken. Meestal wordt de duur van de afronding hierdoor alleen maar langer dan wanneer men full-time aan afronding zou werken. Daarnaast wordt het ook waarschijnlijker dat de promotie helemaal niet afgemaakt wordt. Het vergt wel heel veel discipline om dit langer dan een paar maanden vol te houden. Bijkomend nadeel is dat je je ook niet 100% op je nieuwe baan kan storten.
- Interen op spaargeld – het promovendus salaris groeit vanaf het begin, om in het derde jaar modaal te worden. Dit zou de promovendus in staat moeten stellen een buffer op te bouwen om de tijd tussen het aflopen van het contract en completeren van de thesis te overbruggen. Natuurlijk is dit erg afhankelijk van de situatie. Blijf je als student leven dan zijn je kosten laag. Heb je een stationcar, gezin en labrador dan kan sparen heel moeilijk worden.
De vraag is nu, wat is het probleem? Het probleem is kennelijk dat promotietrajecten structureel langer duren dan de vier jaar die er voor staan. Is de vier jaar te kort? Doen promovendi er te lang over omdat men niet hard genoeg werkt? Moeten de supervisors / promotoren stricter zijn of hebben promovendi allemaal last van slechte time-management?
Hoe dan ook, realiteit is dat – onafhankelijk van vakgebied of universiteit, zie de VSNU cijfers – de promotieduur structureel langer is dan de contractduur. Bij een “normale” baan waarbij het contract afloopt gaat men gewoon op zoek naar nieuw werk, ondersteund door een WW uitkering voor de overbrugging. Zo werken de sociale voorzieningen in ons land, als je werkt betaal je er voor. Echter, tijdens het afronden van de dissertatie is de tijd nodig voor het schrijven, en niet voor het werken bij de nieuwe baas.
Dit plaatst de promovendus na vier jaar in een bijzondere positie, zeker als een visum bijvoorbeeld afhangt van het hebben van een arbeidscontract. Men is bezig met het uitvoeren van dezelfde taken als tijdens het contract, echter er staat geen financiele vergoeding meer tegenover. Vreemd genoeg vindt het UWV het schrijven van een dissertatie ook werk, zelfs als er geen salaris tegenover staat. Dit houdt in dat vanaf 1 januari 2013 promovendi geen aanspraak meer kunnen maken op een WW uitkering, of alleen voor de periode NA het afmaken van het proefschrift. Dit gaat echter ook niet werken, omdat een WW uitkering aangevraagd dient te worden alvorens men werkloos wordt, dus voor het aflopen van het contract. De promovendus valt dus volledig buiten de boot.
Hiermee wordt een probleem gecreëerd; doordat het voor promovendi moeilijker wordt om full-time het proefschrift af te maken, neemt de kans op, en duur van, uitloop toe. Daarnaast geldt ook hier dat van uitstel afstel kan komen, en men uiteindelijk de hele promotie staakt.
Mijn situatie
Toen bleek dat verlenging van mijn contract niet mogelijk was heb ik in december 2012 WW aangevraagd (en de BWNU-aanvulling van 8%). Dit is helaas niet gehonoreerd, om bovengenoemde reden. De vraag is nu, als zowel de universiteit als de sociale voorzieningen (WW) hier niet te hulp schieten, moet de promovendus het dan maar zelf rooien? Dit voegt een heel groot risico toe aan het ondernemen van een promotie: men moet er rekening mee houden dat men uiteindelijk (gemiddeld) ongeveer een half jaar op eigen spaargeld leeft. Dit gaat geheid effect hebben op de gemiddelde promotieduur, maar misschien nog wel meer op de uitval. Op een gegeven moment is het niet meer rendabel om een promotie af te maken. Of om er uberhaupt aan te beginnen. Is dat waar we met “kennismaatschappij” Nederland naar toe willen?
Mijn advies aan collega-promovendi is dan ook: spaar zoveel mogelijk gedurende de eerste vier jaar. Inmiddels zijn we een jaar verder en kan ik de balans opmaken. Ik heb de eerste helft van 2013 als ‘vrijwilliger’ mijn promotieonderzoek afgemaakt; waarbij ik inteerde op mijn spaargeld. Toen daar de bodem in zicht kwam ben ik op zoek gegaan naar een nieuwe baan, en deze gelukkig snel gevonden. Daar de eerste twee maanden parttime gewerkt, en vervolgens fulltime. Dit is geen wenselijke situatie, omdat je na je werk nog tot diep in de nacht aan het werk bent met je proefschrift, om de volgende ochtend wel weer op tijd op je werk te verschijnen. Uiteindelijk ben ik in november gepromoveerd, 11 maanden ‘te laat’, en heeft dit grapje me zeker vijftienduizend euro eigen vermogen gekost. Dus bedenk goed of je gaat promoveren in een vakgebied waarin je dit weer terug kan verdienen!